
De ICAO (International Civil Aviation Organization), ook wel de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie genoemd, is een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties die zich richt op de regulering en standaardisatie van de internationale burgerluchtvaart.
Uit de in november 2024 op het ICAO symposium uitgedeelde Flyer wordt duidelijk ‘hoe’ men in de Bijlmermeer dacht en denkt, en hoe het wantrouwen ‘in elkaar zat en nog zit’.
De redenatie is en was als volgt: als de ‘geheime’ lading (= onjuist, want die was nooit geheim en lag destijds buiten het ICAO Annex 13 onderzoeksterrein: het onderzoek werd gedelegeerd aan de Rijkspolitie Dienst Luchtvaart) niet goed is onderzocht (= de verhaallijn van de diverse belangengroepen in de Bijlmermeer, Dekker, Heijboer, Oranje en Van Gijzel), en informatie over het verarmde uranium is achtergehouden, dan kan er (dus) ook niets kloppen van het luchtvaartonderzoek naar de oorzaak van het ongeval.
Er wordt gesteld dat pas één jaar na de ramp de aanwezigheid van het verarmde uranium bekend werd (= dat klopt in de zin dat er nooit officiële mededelingen over waren gedaan: het eindrapport was nog niet verschenen), maar, in werkelijkheid circuleerde die informatie al meer dan driekwart jaar in de Bijlmermeer. Dat was niet nodig geweest als er meer openheid zou zijn gegeven. Risico’s voor de volksgezondheid waren er echter niet (maar, dat werd inmiddels in de Bijlmermeer anders voorgesteld èn ervaren).
Er ontstond eigenlijk vanaf het prille begin na het ongeval met de oprichting van de Werkgroep Vliegverkeer Bijlmermeer, maar zeker circa driekwart jaar na het ongeval en na de zitting van de Raad voor de Luchtvaar in oktober 1993 een sterke interactie tussen bewoners, belangengroepen, de media en de politiek (met name van de PvdA de heer Rob van Gijzel), die vonden dat ‘de overheid’ of ‘de regering’ hun taken niet goed uitvoerden en in de informatievoorziening tekortschoten (In werkelijkheid handelde de gemeente Amsterdam volgens het rampenplan en de Raad voor de Luchtvaart handelde het technische ongevallenonderzoek af, zonder noodzakelijke interventie(s) uit Den Haag).
Ter toelichting nog het volgende:
De reacties van de overheid in Den Haag waren weinig pro-actief, traag en soms onsamenhangend. Provocaties, onder andere in de politiek en de media, inclusief complottheorieën en aantijgingen, moesten meer aandacht voor ‘de gedachten en gevoelens’ die om duidelijkheid riepen bewerkstelligen.
Het verarmde uranium en de ongevaarlijke grondstof voor een zenuwgas werden 5 jaar na de ramp gebruikt als instrumenten om de parlementaire enquête georganiseerd te krijgen. De mediaberichten over verarmd uranium en grondstoffen voor een zenuwgas sloegen in 1997 en 1998 in als een bom in politiek Den Haag en versterkten de al reeds aanwezige onrust in de Bijlmermeer. Of het klopte of niet: men stuurde er op aan dat er een enquête moest komen om duidelijkheid te creëeren. Aan die enquête werd vervolgens ook zeer actief en betrokken meegewerkt in de hoop dat dit de benodigde duidelijkheid zou verschaffen. Toen de enquête uitmondde in een politiek proces, was ineens de interesse van de media voor de waarheidsvinding en het uitstekende rapport van de enquêtecommissie verdwenen. Vincent Dekker verwoordde in 2024 dat de enquête zelfs ‘een wassen neus’ was.
De verwarring die ontstond na de ramp, en die deels ook bewust gecreëerd werd, ook wel 'de ramp na de ramp' genoemd, heeft ertoe geleid dat ernstig nagedacht moest worden hoe men voortaan bij rampen beter met de maatschappelijke bezorgdheid en nazorg moest omgaan. Zowel nationaal als internationaal werden processen opgestart om het in de toekomst beter te doen, en zulke fouten nooit meer te maken.
De Flyer uit november 2024 geeft mijns inziens weer dat het wantrouwen, vanuit de feiten beoordeeld en vanuit professionele invalshoek onterecht, in 2024 nog steeds een belangrijke plaats inneemt, en dat daar iets mee gedaan moet worden. Nog steeds is begrip nodig voor het feit dat men zich in de steek gelaten heeft gevoeld. In ieder geval moet dit gevoel niet genegeerd worden. Echter, het aanwakkeren en nieuw leven inblazen van complottheorieën zoals gebeurde met het project Rampvlucht, zonder voldoende transparant over de feiten te zijn, is mijns inziens zeer schadelijk. Er is sprake van een tertiaire traumatisering door het mixen van feiten en fictie.