Mijn motivatie voor het maken van deze website:
De uitspraak van Otto Ruff in documentaire Rampvlucht: 'Ga het gesprek aan',
en:
Het Adviescollege ACOI in een artikel in NRC op 24 april 2024: 'Laat burgers hun eigen verhaal vinden'.
Over mezelf en deze website
Op deze website maak ik, Henk Pruis, ongevallenonderzoeker in het team van de vooronderzoeker van de Raad voor de Luchtvaart (1992-1993), namens andere onderzoekers en mezelf, oorspronkelijke bronnen beschikbaar over het ongevallenonderzoek van de EL AL-Boeing 747 die op 4 oktober 1992 in de Bijlmermeer neerstortte.
Mijn uitgangspunt is het verspreiden van feitelijke, geverifieerde informatie. Ik houd mij verre van onbewezen stellingen, speculatie en complottheorieën.
Beschikbare bronnen
Voor de Parlementaire Enquête Vliegramp Bijlmermeer (1998-1999) heb ik mij nauwgezet voorbereid en waardevolle informatie verzameld. Ook voormalige collega's van het onderzoeksteam hebben documenten en aantekeningen bewaard – wat ik de 'zolderkamerarchieven' noem. Samen met onze gezamenlijke expertise zijn er veel bronnen beschikbaar, in sommige gevallen wellicht meer dan in de archieven van het Nationaal Archief is opgeslagen.
Documenten uit het persoonlijk archief van vooronderzoeker ir. H.N. Wolleswinkel (overleden oktober 2023) mogen met toestemming van de nabestaanden worden gedeeld.
Brede benadering
Mijn doel is niet alleen technische en operationele aspecten van de vliegramp uit te lichten, maar ook aandacht te schenken aan de menselijke kant van het verhaal. In mijn documentatie heb ik waardevolle bijdragen van experts opgenomen – zoals mediasocioloog dr. Peter Vasterman, onderzoekers rampen en milieudreigingen (dr. Joris IJzermans en drs. anderen), psychiater prof. Berthold Gersons en historica prof. dr. Beatrice de Graaf. Deze perspectieven helpen de vliegramp vanuit verschillende invalshoeken te belichten.
Ik heb ook documentatie van de Werkgroep Vliegverkeer Bijlmermeer opgenomen met verwijzingen naar hun website.
Het belang van goede informatie
Het is begrijpelijk dat er destijds veel vragen over de vliegramp waren – en 33 jaar later nog steeds zijn. De impact van de ramp is enorm. Niet iedereen heeft toegang tot goede informatie om zich hierover een gefundeerd beeld te vormen.
Over het ongevallenonderzoek van 1992 en 1993 zijn veel misverstanden en mediahypes ontstaan die onnodig verontrusting hebben veroorzaakt en mogelijk nog steeds voor verwerkingsproblemen zorgen. De mediastrategie van de vooronderzoeker van de Raad voor de Luchtvaart in 1992 – aantijgingen en insinuaties negeren – heeft met het inzicht van nu niet optimaal uitgewerkt. Dit roept de vraag op of gebrek aan goede informatie voor Bijlmerbewoners zelf ook problematisch is geweest, en of er onbenutte kansen zijn geweest voor beter begrip van de ramp.
De uitdaging van mediaberichtgeving
Na 33 jaar lijkt het nagenoeg onmogelijk de beeldvorming bij te stellen, vooral na projecten als de KRO-NCRV documentaire (2022). Moeten we dit accepteren, of moet er nog gepoogd worden een genuanceerder beeld te creëren? Het is zaak eerlijk over gemaakte fouten te spreken en duidelijk te maken wat we ervan geleerd hebben.
Nadat ik bijdragen leverde aan de KRO-NCRV documentaire Rampvlucht (2022), de documentaire Murky Skies van Noam Pinchas (2023) en de podcast Absturz in Amsterdam: EL AL 1862 van het Duitse programma Flugforensik (2024), besefte ik dat het lastig is de feiten opnieuw bij een groot publiek onder de aandacht te brengen. Het is moeilijk en niet zonder risico's om genuanceerd tegengeluid te bieden tegen wat ik de 'ingesleten' beeldvorming noem, vooral na televisieproducties en documentaires. Opvallend was dat slechts één journalist de afgelopen jaren durfde tegengeluid te geven – de rest zweeg. Dit maakt duidelijk hoe lastig het is om de vliegramp bespreekbaar te maken vanuit verschillende perspectieven.
Dit suggereert dat de ramp nog niet voldoende is verwerkt – een bevinding die aansluit bij het Advies College Openbaarheid en Informatiehuishouding (19 april 2024).
Verschillende denkpatronen
Ik begrijp dat sommige mensen dermate in hun denkpatroon zijn vastgelopen dat zij daaruit wellicht niet meer los kunnen komen, ongeacht welk bewijs zou worden gepresenteerd. Dit gezien alle (en vooral: niet-)gezegde en (niet-)geschreven informatie over de vliegramp. Echter: in persoonlijke gesprekken met individuen ontstaat er vaak aanzienlijk meer begrip.
Media en nuance
Documentaires en artikelen over de vliegramp worden veelal vanuit een subjectief perspectief gebracht. Indien dit feitengetrouw gebeurt – zoals in de podcast van het Duitse programma Flugforensik (2024) – ervaar ik het als omstandig dat de Nederlandse media hier geen aandacht aan besteden, terwijl er veel verduidelijking plaatsvindt. Dit acht ik een gemiste kans.
De Nederlandse dagbladen hebben gedurende 33 jaar herhaaldelijk benadrukt dat veel onduidelijk bleef, en veel journalisten hebben het frame aangenomen dat zaken in de doofpot zouden zijn gestopt. Ook werd de vliegramp in het algemeen gezien als een groot falen van de Nederlandse overheid. Dit vraagt om een reactie die met feiten onderbouwd is.
Gezondheidseffecten
Vanzelfsprekend waren 57.000 liter kerosine, een asbesthoudende flat, pfas-houdend blusschuim en bepaalde ladingelementen al meer dan voldoende om gezondheidsproblemen te veroorzaken. Dit staat los van de technische oorzaak van de crash.
Internationale blik
Buitenlandse media hebben in het algemeen een genuanceerder beeld van de vliegramp geschetst en vragen zich af waarom Nederland destijds zo'n sterke reactie kende, die bijna in hysterie eindigde. Het EL AL 1862-luchtvaartongevallenonderzoek geniet internationaal respect als degelijk werk. In Nederland daarentegen is het omgezet tot een 'Nationaal Trauma', zoals journalisten Benjamin Denes en Andreas Spaeth van Flugforensik in 2024 observeerden.
De kernfeiten
De objectieve werkelijkheid – bij concentratie op feiten alleen – luidt dat EL AL 1862 een normale vrachtvlucht was, een bevinding die ook de Parlementaire Enquête in 1999 concludeerde. Deze vlucht stortte neer vanwege een ernstig, langdurig bestaand probleem met de motorophanging van de Boeing 747 dat niet voldoende ernstig werd genomen. Dit had een groot schandaal kunnen zijn – misschien ook moeten zijn. Echter: het gezondheidsaspect kreeg prioriteit. Vermoedens over giftige stoffen in de lading zouden ziekten hebben veroorzaakt, en volgens sommigen zou dit in de doofpot zijn gestopt. Dit 'geconstrueerde, niet op feiten gebaseerde' schandaal beheerst het debat al meer dan 33 jaar.
De conclusie van de parlementaire enquête (mei 1999) dat EL AL 1862 een normale vrachtvlucht was, kwam als bevestiging voor hen die de overheid vertrouwden, maar als tegenvaller voor degenen die in complottheorieën hadden geloofd en hun op geruchten gebaseerde onderbuikgevoelens niet met feiten bevestigd zagen. Vanuit een professionele invalshoek bezien, bleek een aantal journalisten wantrouwig en op technisch vlak 'onbewust onbekwaam'. Dit leidde tot grote verwarring omtrent routes, verarmd uranium, lading en gezondheidsaspecten. Maar weldegelijk probeerden journalisten - naar hun mening - oprecht om een aantal aspecten aan de orde te stellen.
Mijn bijdrage
Met mijn expertise en archiefmateriaal wil ik bijdragen aan beter begrip van het ongevallenonderzoek. Via gedetailleerde rapporten, interviews en persoonlijke anekdotes bied ik een op feiten gebaseerd inzicht in de praktijk van het EL AL 1862-onderzoek.
Mijn rol ten aanzien van de lading
Ik heb mijzelf nooit met de vracht beziggehouden of vrachtbrieven onderzocht. De lading van het vliegtuig was – behalve voor gewicht- en zwaartepuntberekeningen – geen essentieel onderdeel van het ICAO Annex 13-onderzoek naar de oorzaak van de ramp. Het onderzoek naar de lading werd twee weken na het ongeval overgedragen aan de Rijkspolitie. Er was geen verband tussen de technische oorzaak van het accident en de lading. Zelf heb ik in hangar 8 op Schiphol-Oost, samen met tientallen KLM-medewerkers en andere onderzoekers, nagenoeg alle wrakstukken, ladingelementen en delen van het gebouw onderzocht en – in geval van twijfel – in handen gehad.
Juist omdat de ladingspapieren geen onderdeel van het technische onderzoek naar de hoofdoorzaken en aanbevelingen van de vliegramp uitmaakten, hebben de ladingspapieren nooit deel uitgemaakt van het 'niet met het publiek gedeelde deel' van het ICAO Annex 13 onderzoek. De ladingspapieren zijn in principe daarom ook nooit geheim geweest. Dit werd echter wel in de media zo geframed, en zette veel ongeruste mensen op het verkeerde been.
Waarom dit belang voor goede informatie?
Ik ben ervan overtuigd dat het belangrijk is goed geverifieerde feitelijke informatie toegankelijk te maken. Dit kan een bijdrage zijn aan betere verwerking van de ramp.
Webdesign en opzet
Ik heb getracht de website niet al te technisch te houden in de hoop dat informatie voor ieder begrijpelijk blijft, hoewel ik besef dat dit niet overal gelukt is. De website is niet ontworpen als discussieplatform maar als informatiebron.
Dit is een directe bijdrage van mijn kant – zonder media-editing of professionele duiders - waardoor het direct afkomstig is van de oorspronkelijke bronnen.